Eerder berichtten wij al dat per 1 juli 2017 de Veegwet wonen in werking is getreden. Deze wet heeft een aantal technische wijzigingen en een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen in onder andere de Woningwet aangebracht.

De vereniging van toezichthouders in woningcorporaties (VTW), Aedes en een aantal bestuurssecretarissen hebben naar aanleiding van deze wetswijziging de modelstatuten voor woningcorporaties aangepast.  Er is een modelstatuut voor zowel een stichting met een raad van commissarissen als een modelstatuut voor een vereniging met een raad van commissarissen beschikbaar. Deze modelstatuten zijn hier terug te vinden. Een herziene versie van het model RvC-reglement is hier beschikbaar.

In dit artikel ga ik in op de belangrijkste wijzigingen in de modelstatuten. Deze wijzigingen gelden voor zowel de stichting als de vereniging.

Verandering in terminologie

Een eerste opvallende wijziging betreft een wijziging in terminologie: in de Woningwet is de term ‘raad van toezicht’ vervangen door ‘raad van commissarissen’. Dit heeft tot gevolg dat deze benaming ook in de statuten van de woningcorporatie is aangepast.

Samenstelling en benoeming van de Raad van Commissarissen

Wat betreft de samenstelling en de benoeming van de raad van commissarissen zijn de modelstatuten op een aantal punten gewijzigd. Ten eerste is aan artikel 30 lid 4 van de Woningwet toegevoegd dat de al dan niet aaneengesloten periode waarin een commissaris lid is van de raad van commissarissen van dezelfde toegelaten instelling ten hoogste acht jaar bedraagt. Daarnaast bepaalt artikel 30 lid 4 Woningwet dat een lid van de raad van commissarissen dat na een fusie toetreedt tot de raad van commissarissen van de verkrijgende toegelaten instelling, niet als benoemd of herbenoemd wordt aangemerkt. Dit voorkomt problemen indien het desbetreffende lid bij de verkrijgende toegelaten instelling al eens was herbenoemd en dus niet nog eens benoemd zou kunnen worden. Overigens is het niet nodig deze twee wijzigingen in de statuten op te nemen, maar mag dat wel.

Verder is in de modelstatuten – op grond van artikel 30 lid 9 onderdeel a Woningwet – vastgelegd dat de huurders(organisaties) het recht krijgen om een bindende voordracht te doen voor twee of meer commissarissen als de raad van commissarissen uit vier of meer personen bestaat, dan wel een bindende voordracht te doen voor één commissaris als de raad van commissarissen uit drie commissarissen bestaat. Indien een huurdersorganisatie ontbreekt, berust dit voordrachtrecht bij de bewonerscommissies. Indien ook deze ontbreken, wordt de voordracht gevraagd aan de huurders zelf.

Samenstelling van het bestuur

Naast een aantal wijzigingen voor de raad van commissarissen kent de Veegwet ook een aantal wijzigingen voor het bestuur. De modelstatuten zijn naar aanleiding hiervan aangepast. Een eerste wijziging is dat expliciet wordt vastgelegd dat bestuurders van een toegelaten instelling alleen natuurlijke personen kunnen zijn.

Daarnaast is de onverenigbaarheid voor bestuurders die tevens bestuurder zijn van een andere rechtspersoon of vennootschap versoepeld. Deze onverenigbaarheid is versoepeld tot: het lidmaatschap van het bestuur van een andere rechtspersoon of vennootschap die een onderneming drijft met welke de toegelaten instelling of een met haar verbonden onderneming enigerlei banden heeft. Het is voor de bestuurder van een toegelaten instelling hierdoor eenvoudiger om ook als bestuurder van een andere rechtspersoon of vennootschap actief te zijn, mits die andere rechtspersoon of vennootschap geen banden met de toegelaten instelling heeft.

Overige wijzigingen

Verder kan nog worden gewezen op een aantal overige wijzigingen. Als eerste wijs ik op het geven van de opdracht tot visitatie. Deze wordt in het vervolg verleend door het bestuur en de raad van commissarissen gezamenlijk. Daarnaast is bepaald dat de raad van commissarissen de jaarstukken laat onderzoeken door een door hem aan te wijzen registeraccountant. Dit betekent dat het verlenen van de opdracht aan de accountant per definitie plaatsvindt door de raad van commissarissen. Tot slot is in de modelstatuten vastgelegd dat elke commissaris het recht heeft om één stem uit te brengen, zodat duidelijk is dat iedere commissaris evenveel stemgewicht heeft.

Conclusie

Hoewel geen grote wijzigingen zijn gedaan, bevatten de modelstatuten naar aanleiding van de Veegwet toch een aantal belangrijke aanpassingen. Woningcorporaties moeten op basis van de nieuwe Woningwet hun statuten vóór 1 januari 2019 aanpassen. De statuten moeten worden goedgekeurd door de Autoriteit Woningcorporaties. Het is dus zaak hier tijdig mee te beginnen.