De kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland heeft op 11 juli 2017 het besluit van de raad van toezicht van de stichting Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen om het eigen honorarium te verhogen vernietigd.

In deze procedure heeft de raad van toezicht het eigen honorarium bij besluit van 17 februari 2015 met een factor van circa 2,5 verhoogd. Na een intern conflict heeft de raad van toezicht op 6 november 2015 zijn werkzaamheden per direct beëindigd. Een nieuwe raad van toezicht is aangesteld. De nieuwe raad van toezicht heeft het besluit tot verhoging van het honorarium ingetrokken en het honorarium opnieuw vastgesteld naar het niveau van 2011. In deze procedure vorderen de voormalige toezichthouders de betaling van het verhoogde honorarium van de stichting. De stichting meent daarentegen dat dit besluit nietig is en vordert het teveel betaalde van de voormalige toezichthouders terug.

De kantonrechter oordeelt dat het besluit om het eigen honorarium te verhogen  niet in het belang van de stichting, de scholen en de samenleving is. In een tijd waarin – maatschappelijk gezien – salarissen van bestuurders onder een vergrootglas liggen, het hier gaat om publieke middelen en de stichting stevent kennelijk af op een tekort op de begroting, behoorde de voormalige raad van toezicht te begrijpen dat dit besluit tot onbegrip zou leiden, zowel binnen als buiten de scholen. Eens temeer moet dan goed uitgelegd kunnen worden waarop de verhoging is gebaseerd en waarom deze in het belang is van de stichting, de scholen en de samenleving. Daarin is de voormalige raad van toezicht niet geslaagd. Het besluit wordt dan ook in strijd geacht met artikel 10 lid 14 van de statuten van de stichting waardoor het nietig is, aldus de kantonrechter. Het gevolg is dat het besluit geacht wordt nooit te zijn genomen. De voormalige toezichthouders worden veroordeeld het verhoogde deel van het honorarium aan de stichting terug te betalen.