Nieuwe wending in Imeko-affaire

door 26 januari 2022rechtspraak

Na 13 jaar procederen trekt de voormalig voorzitter van de raad van commissarissen van Imeko Holding N.V. (“Imeko”) aan het langste eind. In een onlangs gepubliceerde uitspraak van het hof Den Haag is beslist dat de commissaris een beroep op ongerechtvaardigde verrijking toekomt. Anders dan het hof Amsterdam eerder had beslist, welke beslissing door de Hoge Raad werd vernietigd omdat dat hof voorbij was gegaan aan het beroep op ongerechtvaardigde verrijking, mag de commissaris op deze rechtsgrond de vergoeding voor het verrichten van bestuurstaken en managementtaken met een totaalbedrag van circa EUR 560.000 (vooralsnog) houden.

De vordering van Imeko tot terugbetaling wordt na dertien jaar procederen afgewezen.

01.

De Imeko-affaire

Aanleiding voor de Imeko-affaire was de algemene vergadering van Imeko van 27 juni 2002. In die algemene vergadering (i) trad de enig statutair bestuurder af, (ii) verhoogde de algemene vergadering de bezoldiging van de commissarissen en (iii) stemde de algemene vergadering in met het voorstel van de raad van de commissarissen dat zij vooralsnog de bestuurstaken op zich zou nemen. Daarna, op 2 juli 2002, nam de raad van commissarissen, ditmaal zonder instemming van de algemene vergadering, het besluit om de bestuurstaken naast de bezoldiging als commissaris te vergoeden tegen EUR 1.000,- exclusief BTW per dag en EUR 200 exclusief BTW voor losse uren.

02.

Slepende procedures

Na het aftreden van de betreffende commissarissen volgden slepende procedures. Eerst stelde een van de commissarissen, die tussentijds wel nog tijdelijk formeel tot statutair bestuurder was benoemd tegen een bezoldiging van EUR 240.000 per jaar, een vordering tegen Imeko in met het argument dat hij in de periodes dat hij commissaris van Imeko was tevens managementtaken heeft vervuld en daarom naast zijn commissarisvergoeding ook recht heeft op een aanvullende managementvergoeding van EUR 105.628,48. In die procedure oordeelde de Hoge Raad dat de raad van commissarissen niet bevoegd is om een bezoldiging aan zijn eigen leden toe te kennen ter vergoeding van door die leden verrichte werkzaamheden op bestuursniveau.

 

Vlak nadat de eerste commissaris de procedure was begonnen, startte Imeko in 2008 op haar beurt zelf een procedure tegen de voormalig voorzitter van de raad van commissarissen. De voormalig voorzitter had volgens Imeko ruim EUR 560.000 ten onrechte aan bestuurs-/managementvergoeding gedeclareerd. Ook daarin procedeerden partijen tot aan de Hoge Raad. De rechtbank oordeelde dat de commissaris dat bedrag mocht houden. Daarentegen besliste het hof Amsterdam – in lijn met voornoemd arrest van de Hoge Raad van eerdere datum – dat de raad van commissarissen van Imeko niet de bevoegdheid had om voor haar eigen leden een aanvullende vergoeding van bestuurstaken vast te stellen. Dat oordeel werd in stand gelaten door de Hoge Raad, maar deze uitspraak van het Hof werd toch vernietigd. De voormalig voorzitter van de raad van commissarissen had namelijk ongerechtvaardigde verrijking als extra rechtsgrond aangevoerd. Het hof had dit verweer niet in haar beoordeling betrokken. De Hoge Raad verwees de procedure daarom naar het hof Den Haag om hierop alsnog te beslissen.

03.

Het (voorlopig) laatste oordeel

Het hof Den Haag komt tot de conclusie dat het beroep op ongerechtvaardigde verrijking van de voormalig voorzitter van de raad van commissarissen slaagt. Voldoende aannemelijk is dat de commissaris voor Imeko werkzaamheden heeft verricht die niet tot de normale werkzaamheden van een commissaris behoren maar meer passen bij de opvattingen van een one tier board model waarvoor in die periode (2002 tot en met 2006) nog geen wettelijke basis was. Dat de commissaris die extra werkzaamheden verrichtte, had de instemming van de algemene vergadering. Bovendien heeft Imeko niet betwist dat de commissaris zijn werkzaamheden heeft verricht op verzoek van bestuurders (toen die wel in functie waren). Gedurende veertien maanden heeft de commissaris opgetreden als tijdelijk bestuurder. Als de commissaris de van Imeko ontvangen managementvergoedingen moet terugbetalen, zou dit ertoe leiden dat Imeko niets hoeft te betalen voor werkzaamheden die zij anders door een (extra) bestuurder dan wel een externe opdrachtnemer had moeten laten uitvoeren en waarvoor zij dan (wel) had moeten betalen. Met verwijzing naar het jaarsalaris van EUR 240.000 van de tussentijds benoemde bestuurder, de commissaris uit de andere procedure, volgt naar het oordeel van het hof dat Imeko in ieder geval EUR 280.000 heeft bespaard toen de commissaris veertien maanden als tijdelijk bestuurder functioneerde. Voor het overige begroot het hof de werkzaamheden van de commissaris als een besparing van EUR 288.000 indien Imeko deze werkzaamheden door een (extra) bestuurder had moeten laten verrichten. Dat totaalbedrag van EUR 568.000 is meer dan de door Imeko teruggevorderde EUR 563.750. Voor deze verrijking van Imeko bestaat geen rechtvaardiging nu het hier gaat om bestuurstaken die hij in opdracht van de bestuurder van Imeko verrichtte, terwijl hij er ook zelf van uitging dat deze werkzaamheden niet onder zijn taken als commissaris vielen, aldus nog steeds het hof.

 

Het hof beslist daarom dat de commissaris de vergoeding voor het verrichten van bestuurstaken en managementtaken met een totaalbedrag van circa EUR 560.000 mag behouden. De vordering van Imeko tot terugbetaling van dit bedrag vanwege onverschuldigde betaling wordt, na dertien jaar procederen met wisselende uitkomsten, afgewezen.

 

Ook tegen deze uitspraak van het hof Den Haag staat het rechtsmiddel van cassatie bij de Hoge Raad open. Niet bekend is of Imeko cassatie heeft ingesteld. Mocht dat het geval zijn, dan zou de Hoge Raad toch nog anders kunnen beslissen.

Nico van der Peet is advocaat sinds 2004 en gespecialiseerd in het ondernemingsrecht. Hierbij ligt de nadruk op risicobeheersing en conflicthantering. Hij adviseert over strategische vraagstukken en de juridische implementatie daarvan. Nico procedeert over alle conflicten die in en bij de onderneming ontstaan.

Nico van der Peet
Advocaat-partner bij Thuis Partners

043 – 352 13 97

Stel uw vraag aan Nico van der Peet

Share This