Nietige benoeming bestuurslid Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

26-09-2017 | benoemingen | 0 Reacties

Op 15 september 2017 oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland dat de benoeming van een bestuurslid van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (“BPL”) nietig is. Dat terwijl het bestuurslid gewoon conform de statuten én het door de Raad van Toezicht goedgekeurde verkiezingsreglement was benoemd. MijnLandbouwPensioen, een vereniging die voor haar leden de belangen behartigt ten aanzien van de pensioenaanspraken en pensioenrechten bij BPL, was het met die benoeming niet eens. Een kort geding volgde waarbij de voorzieningenrechter de benoeming van het bestuurslid voorshands nietig acht.

De benoeming

Begin 2014 ontstond er bij BPL een vacature voor de positie van bestuurslid namens de pensioengerechtigden. Het verkiezingsreglement van BPL werd toegepast en een verkiezingscommissie – bestaande uit drie bestuursleden – werd benoemd. BPL maakte de vacature bekend. Op de vacature meldden zich 24 geïnteresseerden. De verkiezingscommissie toetste de geïnteresseerden aan het functieprofiel. Daarop werden direct 13 personen afgewezen. De overige 11 potentiële kandidaten werden afgewezen op basis van de inhoudelijke deskundigheids- en geschiktheidstoets.

Het bestuur van BPL heeft vervolgens, eveneens conform het verkiezingsreglement, gezocht naar een geschikte kandidaat voor de positie. Die werd gevonden en per 1 januari 2015 benoemd als bestuurslid namens de pensioengerechtigden. Echter overleed dit bestuurslid zes maanden na zijn aantreden onverwacht.

Omdat de positie van bestuurslid namens de pensioengerechtigden opnieuw open viel, heeft de verkiezingscommissie een nieuwe potentiële kandidaat voor de vacature gezocht en gevonden. Alhoewel er geen openbare oproep tot kandidaatstelling volgde, hebben zich tijdens de procedure wel enkele andere potentiële kandidaten gemeld. De verkiezingscommissie heeft vervolgens selectiegesprekken gehouden. De door de verkiezingscommissie geselecteerde kandidaat is vervolgens per 28 januari 2016 benoemd als bestuurslid namens de pensioengerechtigden.

De rol van de Raad van Toezicht bij de benoeming

Bij de benoeming van het bestuurslid namens de pensioengerechtigden had de Raad van Toezicht van BPL een beperkte rol op zich genomen. De Raad van Toezicht had eerder het verkiezingsreglement goedgekeurd. De Raad van Toezicht had verder – evenals wettelijk toezichthouder DNB – kennis van de benoemingsprocedure en zou daarmee hebben ingestemd. Van verdere betrokkenheid van de Raad van Toezicht van BPL bij de benoemingen – wat wel in de lijn der verwachtingen zou liggen – blijkt uit deze uitspraak niets.

De beoordeling van de benoeming

De voorzieningenrechter constateert dat het bestuur van BPL is samengesteld volgens het zogenoemde paritaire model. Bij het paritaire model worden werknemers, werkgevers en pensioengerechtigden ieder volgens een vaste verdeelsleutel door leden in het bestuur vertegenwoordigd. In dat geval dient de benoeming van vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in het bestuur plaats te vinden na verkiezing van de vertegenwoordigers door de pensioengerechtigden.[1] De statuten en het door de  Raad van Toezicht goedgekeurde verkiezingsreglement schrijven daarentegen de selectie door de verkiezingscommissie en benoeming door het bestuur voor. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze selectie niet hetzelfde is als verkiezing door de pensioengerechtigden en dat dit evenmin daarvoor een adequate vervanging is. Kortom, de statuten van BPL en het door de  Raad van Toezicht goedgekeurde verkiezingsreglement zijn op dit punt in strijd met de Pensioenwet.

De voorzieningenrechter vervolgt dat de verkiezing door de pensioengerechtigden moet worden gezien als een wettelijk en statutair voorgeschreven voorafgaande handeling aan het benoemingsbesluit. Daaraan is niet voldaan. De conclusie die de wet daaraan verbindt, is dat de benoeming van het bestuurslid nietig is.[2] De voorzieningenrechter acht daarom de benoeming van het bestuurslid voorshands nietig.

De uitspraak

De voorzieningrechter veroordeelt BPL om alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het ertoe te leiden dat op de kortst mogelijk termijn verkiezingen plaatsvinden voor de zetels namens de pensioengerechtigden in haar bestuur. Die veroordeling wordt versterkt met een aan MijnLandbouwPensioen te verbeuren dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat BPL niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 250.000.

[1] Artikel 102 lid 4 van de Pensioenwet.
[2] Artikel 2:14 BW.

 

Nico van der Peet is advocaat sinds 2004 en gespecialiseerd in het ondernemingsrecht. Hierbij ligt de nadruk op risicobeheersing en conflicthantering. Hij adviseert over strategische vraagstukken en de juridische implementatie daarvan. Nico procedeert over alle conflicten die in en bij de onderneming ontstaan.

Nico van der Peet
Advocaat-partner bij Thuis Partners

linkedin email telefoon 043-352 13 97

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Share This